De kracht van water: zo haal je het meeste uit je meststof
- MAYA
- 29 jun
- 4 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 9 sep
Iedereen weet dat planten water nodig hebben. Maar wat veel tuiniers zich níét realiseren: water is niet alleen belangrijk om je planten in leven te houden: het is onmisbaar om je meststof te laten werken.
Je kunt de beste voeding geven, zorgvuldig afgemeten, biologisch verantwoord, et cetera… maar als de bodem droog is, blijft die voeding gewoon liggen. Zonder water komt er niets in beweging. Geen opname, geen groei, geen effect. Zonde van je moeite, zonde van je meststoffen.
In deze blog duiken we in de kracht van water en laten we zien hoe je meer uit je bemesting haalt.
Water activeert voeding
Voedingsstoffen zoals stikstof, kalium en magnesium zijn onmisbaar voor groei, bloei en weerstand. Maar voordat een plant ze kan gebruiken, moeten die stoffen opgelost zijn in water. Dat komt doordat plantenwortels geen vaste stoffen kunnen opnemen, alleen opgeloste voedingsstoffen in de vorm van ionen kunnen via het wortelstelsel worden ‘opgedronken’. Als de bodem droog is, gebeurt er niks. De voeding blijft vast in de bodem, het bodemleven vertraagt, en je planten groeien nauwelijks, ook al lijkt het alsof je “gevoed” hebt.
Zie het zo: water is als een taxi voor voeding. Zonder water blijven die voedingsstoffen letterlijk op de stoep staan. Dus zelfs als er mest in de bodem zit, kan je plant er pas iets mee zodra er genoeg vocht is om het op te lossen én te transporteren naar de plekken waar wortels actief zijn.
Te droog? Dan werkt je mest niet
Zeker in droge periodes zie je het direct: je mest hebt gestrooid, maar je planten lijken er niets mee te doen. Ze groeien langzaam, worden bleek of dof, en zien er minder vitaal uit.
Dit betekent niet meteen dat je meststof slecht is, of dat je iets verkeerd doet. Het kan simpelweg komen doordat er te weinig water is om die voedingsstoffen op te lossen en naar de wortels te brengen. Zonder voldoende vocht blijven de voedingsstoffen vastzitten in de bodem, en kunnen je planten ze niet opnemen.
Tip Bemest nooit op kurkdroge grond. Maak de bodem eerst licht vochtig. Zo voorkom je dat de voeding ‘verdampt’ zonder effect. Ook raden we aan om ervoor te zorgen dat er na het strooien van de meststoffen genoeg vocht aanwezig is, door een regenbui of door zelf te sproeien.
Regen is handig, maar niet altijd. .
Een zachte regenbui na het bemesten is eigenlijk ideaal. Die helpt om de meststof rustig de bodem in te trekken, precies waar je plantenwortels zitten en de voeding het hardst nodig is.
Maar pas op: niet elke regen werkt hetzelfde. Met harde regen moet je namelijk oppassen. Te veel water ineens kan ervoor zorgen dat voedingsstoffen te diep wegspoelen, buiten het bereik van je wortels. Dat betekent dat je planten er niks van merken.
Sproei je zelf? Zorg er dan voor dat je niet zomaar alleen een beetje natmaakt, maar dat je voldoende water geeft zodat het diep genoeg de grond in trekt, minimaal 10 tot 15 centimeter. Alleen dan helpt het je meststof écht om zijn werk te doen.
Een goede bodem is net zo belangrijk
Water geven werkt alleen écht goed als je bodem het water ook goed kan vasthouden. Gelukkig kun je zelf veel doen om je bodem te verbeteren, zodat water en meststoffen niet zomaar wegsijpelen, maar optimaal benut worden:
1.Voeg organisch materiaal toe
Organisch materiaal zoals compost, bladafval, mest, of organische meststoffen (zoals MAYA) verbetert de structuur van je bodem. Het werkt als een spons die vocht én voeding vasthoudt. Hoe meer organisch stof, hoe beter je bodem water bewaart én voeding langzaam vrijgeeft.
2.Mulchen
Leg een laag mulch (denk aan houtsnippers, stro, of bladeren) bovenop de bodem. Dit vermindert verdamping, houdt de bodem koel en zorgt ervoor dat regenwater beter de grond intrekt in plaats van weg te lopen.
3.Zorg voor goede afwatering maar voorkom uitspoeling
Een goede bodem laat overtollig water wegzakken zodat wortels kunnen ademen, maar voorkom dat water met voeding wegspoelt door bodemverbetering en juiste timing van bemesten en water geven.
4.Vermijd te vaak spitten of woelen
Te veel grondbewerking verstoort de bodemstructuur en het bodemleven. Een gezonde bodem met veel actieve micro-organismen houdt water beter vast en helpt meststoffen omgezet te worden.
5.Kies voor langzaam werkende meststoffen
Meststoffen met langzame afgifte, zoals MAYA, zorgen ervoor dat voeding niet in één keer vrijkomt en daardoor minder snel uitspoelt bij regen of bewatering.
Slim bemesten = slim bewateren
Slim bemesten begint bij slim bewateren. Want zonder vocht gebeurt er niets. Voedingsstoffen kunnen pas opgenomen worden als ze opgelost zijn in water. Bemest daarom nooit op kurkdroge aarde. Zorg dat de grond altijd licht vochtig is, zodat de voedingsstoffen daadwerkelijk kunnen oplossen en opgenomen worden.
Verwacht je regen? Dan is dat hét moment om te bemesten. Een zachte bui helpt de meststof precies naar de plek waar die moet zijn: bij de wortels. Tijdens langere droogteperiodes werkt het juist andersom. Geef dan eerst water, of bemest en geef daarna nogmaals water, zodat je voeding niet op het oppervlak blijft liggen, maar de bodem in trekt.
Water lijkt zo vanzelfsprekend dat we vaak vergeten hoe essentieel het is. Toch is het het onzichtbare ingrediënt dat bepaalt of je planten groeien of stilstaan, en of je meststof zijn werk doet of niet. En kies bij voorkeur ook een meststof met een langzame afgifte. Daarmee voorkom je dat voeding direct uitspoelt bij de eerste regen, en geef je je planten de kans om die geleidelijk op te nemen.
Dus de volgende keer dat je je planten voedt, stel jezelf die ene belangrijke vraag: is er genoeg vocht om het ook écht te laten werken? Want pas als voeding en water samenwerken, kan je tuin echt tot bloei komen.
Opmerkingen